Methode: Wijzer door de tijd
Uitgever: Wolters Noordhoff
Onderzocht leerjaar: Groep 6
Didactiek
In deze methode wordt gebruik gemaakt van het BHV-model, Basisstof, Herhalen, Verdiepen. De methode geeft hiermee de mogelijkheid om naast 4 basisstoflessen een serie van 9 verrijkingslessen toe te voegen. Wanneer er wordt gekozen om deze 9 lessen niet uit te voeren, wordt alsnog de doorlopende leerlijn gevolgd.
De didactiek van OOL komt niet heel duidelijk in de methode naar voren. In het werkboek bestaan de meeste vragen bij een les uit reproductie vragen. Hierbij wordt er vaak van te voren aangegeven welke passage uit het lesboek gelezen moet worden, waarna een aantal vragen worden gesteld. Daarnaast zijn er per hoofdstuk vier verdiepingsopdrachten. In deze verdiepingsopdrachten wordt meer een beroep gedaan op de onderzoeksvaardigheden van de leerlingen. Er wordt in de meeste opdrachten van de leerlingen gevraagd iets te maken, bijvoorbeeld het nabouwen van een boot, het vergelijken en nabouwen van verschillende potten uit de prehistorie enz.. Dit valt te plaatsen in de didactiek van het ontwerpend leren.
In de opdrachten in het werkboek worden, zoals eerder benoemd, vrijwel uitsluitend vragen gesteld die reproductief van aard zijn. In de hands-on, brains-on didactiek valt dit onder het stukje brains-on.
In de verwerkingsopdrachten wordt wel de koppeling gemaakt, tussen hoofd en handen. Leerkrachten zijn echter vrij om ervoor te kiezen de verwerkingsopdrachten niet uit te voeren, zonder dat zij de doorlopende leerlijn doorbreken. Wanneer die keuze wordt gemaakt ontstaat er dus toch een vak waarbij enkel sprake is van brains-on.
Differentiatie
In de methode wordt het gebruik van differentiatie als volgt beschreven:
Zoals al eerder beschreven wordt door Wijzer door de tijd gewerkt met het BHV-model. ‘Dit onderwijsmodel leent zich goed voor adaptief onderwijs. BHV staat voor de onderdelen basisstof, herhalen en verdiepen’ (Baeten, M., Huizer, M., Van Gog, M. (2006). Wijzer door de tijd- Handleiding 6. Tweede editie, pp. 6.).
De basisstof lessen is voor alle leerlingen bedoeld. Elk hoofdstuk bevat 4 lessen, die worden afgesloten met en toets. De herhaling is bedoeld voor de leerlingen waarbij na de toets blijkt dat zij de basisstof onvoldoende beheersen. De verdieping vormt de kern van het adaptieve werken. Deze stof is bedoeld voor leerlingen die de toets voldoende hebben afgesloten. Zij gaan verder in op de stof van het hoofdstuk. Ook voor de leerlingen die eerst de herhalingsstof maken, bestaat er een minder tijdrovende, verdiepingsopdracht.
Wij hebben gezien dat er inderdaad sprake is van de keuze voor herhalings,- of verrijkingsopdrachten. Jammer is wel dat de leerlingen die onvoldoende scoren op een talig vak als geschiedenis, minder snel aan de wat praktischere verrijkingsopdrachten mogen beginnen, omdat zij nog herhalingslessen krijgen. Tijdens de herhalingslessen wordt de stof echter wel op meer visuele wijze aangeboden.
Leerlijn
De methode geeft een duidelijk overzicht van de opbouw van de verschillende onderwerpen over de verschillende hoofdstukken in groep 5, 6, 7 en 8. Hier wordt meteen duidelijk dat een aantal onderwerpen meermaals worden behandeld. Dit zal bijdragen aan de beklijving van de lesstof.
Wanneer je kijkt naar de invulling die wordt gegeven aan kerndoel 53: ‘De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.’, wordt duidelijk dat dit zowel in groep 6, 7, als 8 aan de orde komt in één van de zes hoofdstukken. De diepgang van deze onderwerpen is steeds groter.
Omgevingsonderwijs
In deze methode wordt geen gebruik gemaakt van omgevingsonderwijs. Nu is dit bij geschiedenis in een methode lastig te verwerken, maar er worden ook geen suggesties gedaan voor opdrachten die eventueel aan de context van de school kunnen worden aangepast.
Vakintegratie
Ook de integratie tussen de verschillende vakken ontbreekt. Er wordt vrijwel alleen maar ingegaan op geschiedkundige onderwerpen. Wel worden er af en toe godsdienstige onderwerpen toegevoegd aan de lesstof. Zo wordt bijvoorbeeld de ontstaansgeschiedenis en de globale opbouw van de islam besproken.
Vormgeving
Het lesboek bevat veel tekeningen, plaatjes en foto’s. Daarnaast worden informatieve stukken tekst afgewisseld met verhalende teksten. Af en toe zijn er platen toegevoegd waarop bijvoorbeeld het Romeinse leven wordt afgebeeld. Hier wordt een Romeinse stad afgebeeld waarbij tekstballonnen zijn geplaatst waarin de gang van zaken in een Romeinse stad wordt besproken. Dit is een aantrekkelijke en verrassende lay-out voor de leerlingen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb