Wat is er in een park te zien?  - aardrijkskunde/biologie
Lesdoelen

  • De leerlingen kunnen omschrijven wat zij in een park kunnen vinden.
  • De leerlingen kunnen het onderscheid maken tussen de onderdelen in een park die door de natuur zijn ontstaan en de onderdelen die door de mens zijn aangebracht.
  • De leerlingen kunnen onderscheid maken tussen bepaalde onderdelen en hun functie binnen en buiten een park.

Aansluitend kerndoel

  • Kerndoel 47: De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.

Materialen

  • Poster
  • Tekenpapier van de leerlingen

Duur van de les
30-40 minuten

Introduceer bij de leerlingen het thema dat tijdens deze lessen centraal zal staan. De lessen die voor de groepen ½ zijn ontwikkeld zouden gezamenlijk namelijk de basis kunnen vormen voor het park als thema in de kleuterklas.
Tijdens de eerste les zal dan de vraag centraal staan wat er in een park te zien is. Tijdens de introductie van het onderwerp kunnen de volgende vragen aan de leerlingen worden gesteld:

  • Wie kan vertellen wat een park is?
  • Kennen jullie hier in de buurt een park?
  • Wie komt er wel eens in een park?
  • Wat kun je doen in een park?
  • Wat kun je zien in een park?

Op deze vragen kan later dieper worden ingegaan. Uitleggen dat een park meestal zowel natuur bevat, die vaak vanzelf is ontstaan. Maar daarnaast bevat een park vaak ook onderdelen die door mensen zelf zijn gemaakt.
Met de leerlingen een indeling maken met onderdelen die vanzelf kunnen zijn ontstaan en onderdelen die daar door mensen moeten zijn gemaakt. Voorbeelden zijn: Bomen, bloemen, water, speeltuin, fietspad/wandelpad, gras, borden met informatie enz..
Met groep 1 zou deze verwerking gezamenlijk uitgevoerd kunnen worden, door een poster te maken waar de tekeningen van de onderdelen onder het juiste kopje worden geplaatst. Door groep 2 zou deze verwerking zelfstandig gemaakt kunnen worden. Daarnaast zou aan de leerlingen van groep 2 gevraagd kunnen worden om zelf bij beide categorieën nog een aantal onderdelen te verzinnen.

Nadat deze indeling is gemaakt kan met de hele groep worden besproken welke van deze onderdelen ook buiten het park voorkomen. Komen deze onderdelen als zij ook buiten het park voorkomen dan op dezelfde wijze voor als in het park? Hebben zij dezelfde functie?

Maak jouw eigen website met JouwWeb