Bomen door de seizoenen heen  – biologie

Lesdoelen

  • De leerlingen kunnen de verschillende seizoenen benoemen.
  • De leerlingen kunnen de seizoenen in de juiste volgorde plaatsen.
  • De leerlingen kunnen aangeven hoe een boom er in de verschillende seizoenen uitziet.

Aansluitende kerndoelen

  • Kerndoel 40: De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.
  • Kerndoel 41: De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
  • Kerndoel 46: De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt.

Materialen

  • Een foto van een boom in de zomer, herfst, winter en lente.
  • Plaatjes van onderdelen van een boom in de verschillende seizoenen voor de hele groep.

Duur van de les
20-30 minuten

Bespreken wat de leerlingen al weten van de vier seizoenen. Welke seizoenen zijn er? Welk seizoen is het nu? Wat is een seizoen eigenlijk?
Overgaan op wat er met bomen gedurende de verschillende seizoenen gebeurt. Vier plaatjes laten zien van een boom. De boom in de zomer, herfst, winter en lente. Met de leerlingen de verschillen en overeenkomsten tussen de boom in de verschillende seizoenen bespreken.
Vervolgens krijgen de leerlingen allemaal een klein plaatje waarop een deel van een boom te zien is. Bijvoorbeeld een groen blad, een bruin verkleurd blad, een tak met bloesem, een tak zonder bladeren, een tak met sneeuw erop enz.. Deel de klas in vier vakken op, deze vier vakken vertegenwoordigen elk één van de seizoenen. De leerlingen moeten met hun plaatje in het juiste vak gaan staan. Nadat is besproken of de leerlingen op de juiste plaats staan, krijgen de leerlingen allemaal een ander kaartje en kan de opdracht nog één keer of vaker herhaald worden.
Benadruk in het laatste deel van de les de volgorde van de seizoenen. Maak groepjes van vier leerlingen. In elk groepje van elk seizoen één kaartje uitdelen. De opdracht is vervolgens voor alle groepjes om op de goede volgorde te gaan staan. Achteraf benadrukken dat het niet uitmaakt waar de leerlingen zijn begonnen, omdat de seizoenen elk jaar weer terugkomen en een cirkel vormen.