Plattegrond tekenen – aardrijkskunde
Lesdoelen
Aan het einde van de les
- kunnen de leerlingen verschillende kenmerken van een plattegrond noemen;
- kunnen de leerlingen verschillende soorten plattegronden benoemen;
- kunnen de leerlingen het Erasmuspark schematisch weergeven als plattegrond.
Aansluitende kerndoelen
- Kerndoel 47: De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
- Kerndoel 50: De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld.
Materialen
- papier
- A3 formaatplaten van verschillende plattegronden
- Potloden
Duur van de les
60 minuten
In deze les gaan de leerlingen naar buiten. De les vindt plaats in het Erasmuspark. Centraal in deze les staat het maken van een plattegrond van het park. De les kan eerst in de klas gestart worden en vervolgd worden in het park. Er kan ook voor gekozen worden om de de start van de les al op een eerder moment te laten plaatsvinden. Hier is voor de eerste optie gekozen.
De les start gezamenlijk in de klas. Het onderwerp plattegronden wordt aan de leerlingen geïntroduceerd door middel van platen van verschillende plattegronden. Voorbeelden van plattegronden zijn:
- een stadsplattegrond;
- een plattegrond van een gebouw;
- een plattegrond van de metrolijnen;
- een geïllustreerde plattegrond;
- een plattegrond van een bedrijventerrein;
- een plattegrond van een huis;
- een plattegrond van een camping;
- een plattegrond van een pretpark;
- een landkaart.
Kies voor verschillende soorten plattegronden die duidelijk laten zien dat er natuurgetrouwe plattegronden (landkaart) zijn en schematische plattegronden (metrolijn) bestaan. De leerkracht laat de plattegronden één voor één op het digibord zien en bespreekt samen met de leerlingen een aantal kenmerken. Benoem tijdens het bespreken aspecten als de functie van kleuren, de schaal, de legenda en de plek van het noorden.
Na het bespreken van de verschillende plattegronden wordt de opdracht die in deze les wordt uitgevoerd uitgelegd. De leerlingen gaan een plattegrond van het Erasmuspark maken. Dit doen ze in groepjes, de klas wordt in 4 groepen verdeeld. Elke groep krijgt een A3 en één vierde van het park. De rest van de les vindt plaats in het Erasmuspark. Elk groepje gaat door ‘zijn’ stukje park lopen. Tijdens het lopen kijken de leerlingen goed om zich heen en tekenen samen een plattegrond van het stuk van het park. Belangrijk is dat de leerlingen de kenmerken van de voorbeeld plattegronden ook verwerken in hun eigen plattegrond. Daarnaast moeten de verschillende plattegronden op elkaar kunnen aansluiten.
Na terugkomst in de klas worden alle vier de plattegronden samengevoegd tot één grote plattegrond. Er wordt gekeken of de plattegrond goed aansluit. Daarnaast wordt er besproken wat er op de plattegrond is weergegeven en of er duidelijke kenmerken van een plattegrond naar voren komen.
Differentiatie: Eisen van de legenda, of elk groepje een plattegrond van het hele park ipv een deel van het park.
Maak jouw eigen website met JouwWeb